WOZ-waarde van uw woning en de kans op een inbraak
Waarschijnlijk is het geen verrassing: buurten met duurdere woningen zijn vaak het doelwit van inbrekers. In buurten waar inwoners in sociaal opzicht veel onderlinge banden hebben, zijn inbrekers minder vaak actief. Dat blijkt uit nieuwe analyses door het CBS.
Laagste kans op inbraak bij WOZ-waarde tussen 200.000 en 250.000
In woningen met een hoge WOZ-waarde wordt relatief vaak ingebroken. Een op de vijf (19,7%) bewoners van een woning met een WOZ-waarde van 500.000 euro of meer gaf in 2017 aan dat er in de afgelopen vijf jaar bij hen is ingebroken, of een poging tot inbraak is gedaan. Van deze bewoners acht 12% de kans op een inbraak in de komende 12 maanden dan ook (heel) groot.
Daarnaast vond 15,5% van alle inbraken plaats in woningen met een WOZ-waarde van vier à vijf ton. Op de derde plaats komen woningen met een waarde tot 150.000 euro (14,1%). Dat woningen in deze buurten minder beveiliging hebben, kan hier een rol spelen. De inbraakkans is het laagst bij huizen met een WOZ-waarde tussen de 200.000 en 250.000 euro (10,4%).
Inbraakpreventie: wel verlichting en extra sloten, geen alarm
Het grootste deel van de bevolking heeft maatregelen getroffen om inbraak te voorkomen. Zo had 76% in 2017 buitenverlichting en 65% extra veiligheidssloten. (Rol)luiken en een alarminstallatie komen met 19% en 13% veel minder vaak voor. Bewoners van vrijstaande woningen hadden de meeste preventiemaatregelen getroffen, bewoners van studentenkamers en bovenwoningen het minste.