Restverdiencapaciteit

Restverdiencapaciteit

Als een werknemer arbeidsongeschikt wordt, stelt het UWV het arbeidsongeschiktheidspercentage vast. Hiervoor wordt een formule gebruikt die is gebaseerd op wat de werknemer zou verdienen als hij niet ziek was. En wat hij nog kan verdienen nu hij (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is. De uitkomst is de restverdiencapaciteit.

Restverdiencapaciteit en maatmanloon

Maatmanloon is het loon dat iemand verdiende voordat hij ziek werd. Uitgangspunt is het loon dat de belastingdienst hanteert voor de berekening van de werknemerspremies (het SV-loon). Het UWV berekent uit het maatmanloon en de restverdiencapaciteit voor hoeveel procent een werknemer arbeidsongeschikt is. Daarvoor trekt UWV je restverdiencapaciteit af van het maatmanloon. Het bedrag wat daaruit komt wordt dan weer gedeeld door het maatmanloon. De uitkomst is het arbeidsongeschiktheidspercentage.

Restverdiencapaciteit en uitkering WGA

Ligt de arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 35% en 80%? Dan volgt een WGA-uitkering. Bij een arbeidsongeschiktheidspercentage van tenminste 80% volgt een IVA-uitkering.

Advies WIA en WGA